Een modetrend in fruitbomen
Sinds een aantal jaren is er een trend te zien, waaruit blijkt dat men de voorkeur geeft aan het planten van oude rassen fruitbomen. Sinds 1985 is er zelfs een stichting die zich bezighoudt met het stimuleren van het gebruik en het beheer (onderhoud, restauratie en nieuwe aanplant) van boomvormen en fruitrassen. De behoefte aan een dergelijk stichting is ontstaan, op een moment dat er steeds meer hoogstam fruit boomgaarden werden gerooid. Hiervoor in de plaats kwam laagstam fruit. Dit is minder arbeidsintensief. Bovendien gaan fruittelers ervan uit, dat een fruitboom na ongeveer 7 jaar de meest productieve jaren heeft gehad. Daarna wordt de fruitboom vervangen, door een nieuw exemplaar. Door deze nieuwe teeltmethode gaan veel karakteristieke boomgaarden te gronde. Daarnaast kiezen de fruittelers natuurlijk de sterkste en best verkopende fruitsoorten. En dit betekent weer dat er een groot deel van de diversiteit in fruitrassen dreigt verloren te gaan. Vandaar de Nederlandse Stichting Fruitrassen. Één van hun doelstellingen is het behoud van zoveel mogelijk verschillende fruitrassen. En daarmee is uiteindelijk ook de interesse van de consument gewekt. Steeds vaker geven klanten die een boomgaard willen aanleggen aan, dat ze graag oude fruitrassen willen aanplanten. Enkele bekende voorbeelden zijn:
- Appel ‘Notarisappel’: 1890
- Appel ‘Sterappel’: ca 1890
- Peer ‘Brederode’: ca 1800
- Peer ‘Jut’: zeer oud
- Pruim ‘Monsieur Hatif’: voor 1600
- Pruim ‘Reine Claude Verte’: ca 1500
- Kers ‘Hedelfinger Riesenkirsche’: 1860
- Kers ‘Meikers’: zeer oud
Als fruitrassen zo oud worden, betekend dit vaak dat het sterke rassen zijn. Anders was men al lang gestopt met het kweken van deze soorten. En hoe sterker het ras, hoe minder ziektegevoelig. Dus het planten van sterke, oude fruitrassen is zo gek nog niet.